Van vrienden en familie wonend in Marokko leer ik soms wat ‘straattaal kennen’, je begrijpt hierdoor tvprogramma’s met jongeren en liedjes van jongeren steeds beter. Het duurde bij mij wel even voor ik begreep dat wanneer men sprak over ‘kech’ (uitgesproken als ‘cash’) men daarmee dus de stad Marrakesh bedoelde. Net zoals men over Casa (uitspreken als kàzà) i.p.v. Casablanca spreekt. En daarnaast leer je natuurlijk woorden waarvan je hoopt dat niemand ze ooit tegen je zal gebruiken ;).
Naast de taal krijg ik ook wel eens gerechten en recepten mee. Een vriendin zat mij vorig jaar tijdens de vakantie hongerig te maken met verhalen over heerlijke knapperige auberginechips van het ‘jmaa el fna’ plein. Natuurlijk kon ik online niet eens vinden waar ze het over had (frustrerend), pas toen ik samen met haar toevallig wat foto’s bekeek van de eettentjes op het plein kwam ik erachter wat ze bedoelde. En lekker zag het er zeker uit.
Recept
Wat heeft men nodig:
Aubergine (graag lekkere dikke)
Zout
Fijn tot middelfijn griesmeel (een combi is ook prima) (per aubergine neem je een handjevol griesmeel)
Olie om te frituren.
Bereidingswijze:
Snij de aubergine in dunne plakjes, hoe dunner hoe knapperige de chips. Wanneer de aubergine te dik is, neemt die meer olie op, worden de chips slapper en daarnaast ontstaat de kans dat de griesmeel verbrand terwijl de aubergine nog niet helemaal gaar is.
De plakjes bestrooi je met zout en laat je een half uur rusten. Dit doen we zodat de aubergine minder vocht bevat met als uiteindelijke doel knapperige plakjes.
Spoel de aubergineplakjes kort af en dep ze droog met keukenpapier of een theedoek. Neem vervolgens een grote plastic(pedaalemmer)zak, doe de plakjes erin en bestrooi ze royaal met de griesmeel. Houd de uiteinde vast en schud de zak zodat alle plakjes bedekt worden met de griesmeel.
Verhit de olie goed en bak de plakjes in kleine porties knapperig goudbruin.
Een lekker dip erbij is lekker, maar ze smaken prima als snack of als bijgerecht tijdens de maaltijd.